słownik polsko - niderlandzki

język polski - Nederlands, Vlaams

północ po niderlandzku:

1. middernacht middernacht


Met zo'n zachte, heldere nacht als vandaag, krijg ik altijd zin om om middernacht een ommetje te maken.
Het contract geldt vanaf straks middernacht.
De gevangenisbewaarders zullen vanaf middernacht drie dagen lang staken.

2. noord noord



Niderlandzkie słowo "północ" (noord) występuje w zestawach:

goedemorgen allemaal

3. noorden noorden


In het noorden ligt Schotland, in het zuiden Engeland, in het westen Wales, en nog verder naar het westen Noord-Ierland.
Hokkaido ligt in het noorden van Japan.

Niderlandzkie słowo "północ" (noorden) występuje w zestawach:

słówka zo gezegd 1 i 2

4. het noorden het noorden


Brighton light niet in het noorden van Engeland.

Niderlandzkie słowo "północ" (het noorden) występuje w zestawach:

11/4 We zijn vandaag vrij